Aanbod

Vloeiendheidsstoornissen

Stotteren is een stoornis in het vloeiende verloop van de spreekbeweging. Het kan zich uiten in het herhalen van klanken of woorddelen, het aanhouden van klanken of het blokkeren bij het op gang komen van de stemgeving en de articulatie. De invloed van stotteren is zeer divers. Vroeg ingrijpen is noodzakelijk om een negatieve ontwikkeling van de stoornis te voorkomen.

 

Broddelen is een stoornis in het spreken, die zich uit als een niet-vloeiende, onduidelijke spraak. Personen die broddelen krijgen vaak te horen dat ze snel spreken en moeilijk verstaanbaar zijn. De spreker is zich hier zelf meestal niet van bewust.

Taalstoornissen

De taalontwikkeling verloopt volgens verschillende fasen. Op een bepaalde leeftijd wordt er verwacht dat de taalvaardigheden, zoals het hebben van een uitgebreide woordenschat, goede zinnen formuleren en inzicht verwerven in communicatieve regels, in zekere mate beheerst zijn. Kinderen met een vertraagde taalontwikkeling zullen sommige vaardigheden pas later ontwikkelen. Moeilijkheden kunnen zijn: het kind heeft moeite om de gesproken taal te begrijpen,  het kind maakt korte en ongestructureerde zinnen, werkwoorden worden foutief vervoegd, er is een beperkte woordenschat, er zijn woordvindingsproblemen, het vertellen van verhalen is moeilijk… Tijdens de therapie worden de taalvaardigheden gestimuleerd en wordt er nauw samengewerkt met de onmiddellijke omgeving van het kind.

Mogelijks is er sprake van dysfasie, een spraak-taalontwikkelingsstoornis.

Articulatiestoornissen en afwijkende mondgewoonten

We spreken van een fonetische articulatiestoornis als kinderen sommige klanken niet tot stand kunnen brengen of klanken incorrect produceren.


Bij een fonologische articulatiestoornis is het kind wel in staat om de spraakklanken correct te produceren, maar de klanken worden vereenvoudigd of verwisseld.

 

Duim, vinger- en/of speenzuigen, habitueel mondademen, afwijkend slikken en kauwen, foutieve lip- en tonggewoonten en/of nagelbijten zijn voorbeelden van afwijkende mondgewoonten. Een afwijkende tongligging kan ook gevolgen hebben voor de articulatie.

Leerstoornissen

Sommige kinderen ondervinden moeilijkheden op school met lezen, schrijven en/of rekenen. Als de problemen hardnekkig voortduren, ook na intensieve begeleiding (minstens 6 maanden), dan kan het gaan om een leerstoornis.

Dyslexie is een leerstoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem bij het aanleren en vlot toepassen van het correct lezen en/of het spellen op woordniveau. Bij kinderen met dyslexie is er een  automatisatieprobleem aanwezig. Als er enkel spellingproblemen voorkomen, spreken we van dysorthografie. Wanneer kinderen moeilijkheden hebben met het verwerven van inzicht in het rekensysteem, kan er sprake zijn van dyscalculie. Bij kleuters kan je al enkele risicosignalen vaststellen zoals moeite met het vergelijken van hoeveelheden, de telrij opzeggen en het ordenen van klein naar groot. In de lagere school kunnen er problemen optreden bij het lezen en schrijven van getallen, splitsingen, hoofdrekenen, het automatiseren van maal-en deeltafels, kloklezen, meetkunde, breuken, decimale getallen en procenten…